Column week 4. 2012

24 januari 2012

Free State (South Africa)
Madonna’s en de geur van bloed.

Madonna of Excelsior, een inspirerende roman van Zakes Mda romantiseert het beruchte proces uit 1971 dat bekend werd als “The Excelsior 19 “. De kleine boeren gemeenschap in the Free State (Zuid Afrika) was toen een week lang het meest bekende dorp ter wereld. Vooraanstaande leden van de witte gemeenschap werden gearresteerd samen met hun 19 zwarte minnaressen en hun pas geboren baby’s. Het proces werd een uur voor aanvang afgeblazen en sinds dien heeft de doofpot het verhaal gesmoord. Maar de baby’s van toen zijn volwassen geworden. Zakes Mda volgt in zijn roman het leven van Niki, één van de excelsior 19 en haar dochter Popi, product van haar seksuele escapades.

Drie jaar geleden was de roman uitgangspunt voor het jaarlijkse “Novelscript project”op het National Arts Festival in Grahamstown. Zuid Afrikaanse en Nederlandse toneelschrijvers dramatiseerden de roman in korte scenes. Recent ben ik gevraagd door het PACOFS theater in Bloemfontein om het als muziektheater voorstelling te regisseren komende zomer. Omdat ik in Bloemfontein ben voor de voorbereiding en de casting besluit ik het dorpje te bezoeken. Elke straat van Excelsior beschreven in het boek ziet er exact zo uit als mijn fantasie had voorgesteld. Het kleine township de eindeloze velden met zonnebloemen en de dorpslagerij die een hoofdrol in de roman speelt. In het township stop ik de auto bij een huisje waar een vrouw op leeftijd voor zit. Ik vraag haar of ze weet van de Excelsior 19. Ze schrikt en pretendeert niets te weten. Ze verwijst naar een man verderop. Viliki is niet thuis. Zijn vrouw belt hem en even later stapt hij licht aangeschoten en nieuwsgierig door de heg tussen het huis met de buren.

Zijn moeder was één van de Excelsior 19 en zijn zus is ”coloured”. Hij heeft zelf tien jaar geleden het verhaal verteld aan Zakes Mda en voelt zich nog steeds de trotse eigenaar ervan. Het valt me op dat hij dezelfde namen gebruikt als in de roman. Popi is zijn zus. Zakes Mda heeft niets verandert, en hier in Excelsior lopen nog steeds opvallend veel jonge coloured kinderen rond in het township. Nog steeds zijn “witten” eigenaar van de boerderijen en de winkels. We lopen terug naar het dorp. Viliki wil me de slagerij laten zien van de familie Cronje. Tjaard Cronje is in het boek de gefrustreerde halfbroer van Popi, zijn woede over de machtsovername in 1994, eet hem van binnen uit op. Zijn racisme uit hij ongegeneerd en met genoegen. Het ‘slaghuis’ is nog steeds eigendom van de familie, als we binnen lopen ruik ik het bloed van de slacht die zich in de ruimte achter de winkel
afspeelt. Opeens realiseer ik me dat hier de wrede scènes uit het boek hebben plaats gevonden. Opeens realiseer ik me dat ik de roman ben ingelopen en tussen de personages sta. De slager achter de toonbank vraagt achterdochtig wat ik kom doen, het is blijkbaar duidelijk dat ik niet een kilo maalvlees of een boerewors kom kopen. Blijkbaar kent hij Viliki goed en zijn het geen vrienden.

Als ik hem vraag over de Excelsior 19 blijft het lang stil. Hij ziet dat mijn blik afdwaalt naar het hakmes in zijn hand. Met een stem uit een slechte horror film zegt hij, “Dat sy sprokies”, zonder iets te zeggen verdwijnt hij de slacht ruimte in. Een vlaag van vlees en bloed lucht golft de winkel in. “Wat een lucht”, zeg ik tegen Viliki. Hij glimlacht. “Sprookjes ruiken niet naar bloed”zegt hij. Ik realiseer me dat hier alles nog hetzelfde is als in het boek en dat ook na de afschaffing van de apartheid hier niets is veranderd en ook nooit zal veranderen. Ook niet de liefde. Zo actueel is de roman van Zakes Mda.